Net zoals de bouw stond ook de businesscel Civiele Techniek bij TMC Nederland tijdens de corona pandemie niet stil. De cel groeide de afgelopen maanden zelfs met zes nieuwe employeneurs naar een totaal van 31 medewerkers. Met klanten bij zowel de grote opdrachtnemers - aannemers zoals VolkerWessels, BAM, Heijmans, Dura Vermeer, Plegt Vos & Van Gelder en TBI - als (semi-)overheden waaronder Rijkswaterstaat en diverse gemeenten, timmeren de employeneurs van Civiele Techniek zowel letterlijk als figuurlijk hard aan de weg. Het komende jaar wordt de groeicurve doorgezet en hoopt de cel te groeien naar meer dan veertig werknemers.

De projecten die de businesscel binnenhaalt zijn enorm breed, vertelt celdirecteur Freek Alberink. “Op dit moment is de markt van infrastructuur en energie echt booming. Windmolenparken zijn hip en happening en er wordt veel geïnvesteerd in duurzame energie. Wij begeven ons ook steeds meer in die richting. Zo zit één van onze employeneurs op een project dat windmolens bouwt in de Flevopolder.”

Alberink ziet dat de focus in de markt aan het veranderen is. “Naast het feit dat er nog voldoende geld wordt geïnvesteerd in nieuwe projecten, zien we ook dat de nadruk steeds meer komt te liggen op onderhoudsprojecten. Er is veel achterstallig onderhoud, bijvoorbeeld aan bruggen, wegen en tunnels. Denk bijvoorbeeld ook aan het verstevigen van de kademuren in Amsterdam, een project waar wij ook een employeneur hebben zitten.

Zachte kant van techniek

Op het gebied van het werven van nieuwe employeneurs richt de businesscel zich op de top van de markt en dan met name op de zogenaamde “zachte kant” van techniek. Hierbij gaat het meer om het managen en beheersen van processen dan om het maken van berekeningen en ontwerpen. Het gaat daarbij om gebieden als projectbeheersing, omgevingsmanagement en contract- of projectmanagement. “Die zachte kant past goed bij TMC”, zegt businessmanager Koen Jonkers, “omdat het van nature mensen aantrekt die makkelijk verbindingen leggen, een wat ondernemender karakter hebben en vaak ook een behoefte hebben om zich persoonlijk te ontwikkelen. Dat zijn allemaal zaken die TMC faciliteert.”

“Die soft skills zijn in de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden”, zegt Alberink. “Vroeger zette een opdrachtgever een project in de markt waarin specifiek stond wat ze wilden hebben, zoals hoe dik de rioleringsbuizen moesten zijn. Nu worden projecten vaak met een hoger abstractieniveau in de markt gezet via een eisenpakket en wordt de oplossing meer vrijgelaten aan de markt. Projecten worden echt multidisciplinair en soms ook complexer wat betreft de samenwerking. Dat zorgt ervoor dat die markt een ander type techneut nodig heeft, die wat verder kijkt dan zijn eigen specialisme.”

'Het gaat om de bereidwilligheid en de ontwikkelbehoefte.'

Bovendien is een “zachte” ingenieur over het algemeen flexibeler inzetbaar bij verschillende klanten. Als contractmanager maakt het per slot van rekening niet veel uit of je op een energie- of een infraproject zit. Die wendbaarheid komt van pas in de huidige markt, die steeds meer naar duurzaamheid en innovatie beweegt. “Er komt een verschuiving aan waarbij onze mensen steeds meer ingezet gaan worden op dat duurzaamheidsvraagstuk”, zegt businessmanager Daan Kobes. “Als je meer op de zachte kant van techniek zit ben je wendbaarder en kan je die verschuiving makkelijker maken.”

Overigens hoef je de zachte vaardigheden niet per se al in huis te hebben om bij TMC aan de slag te kunnen, zegt Koen Jonkers. “Ook mensen die aangeven dat ze graag beter willen worden in die soft skills zijn welkom. Het gaat om de bereidwilligheid en de ontwikkelbehoefte.” Ingenieurs met ervaring op de harde kant van de techniek blijven uiteraard van harte welkom, vult Kobes aan. “Een goede specialistische ingenieur kan zeer waardevol zijn voor onze klanten.”