NFS-opslag voor serverapplicaties van Atlassian
Applicaties van Atlassian worden voor jou en je organisatie ongemerkt steeds belangrijker. Eerst werkt er één team met een tool, maar al snel zijn er steeds meer teams die ermee gaan werken. Tot het punt wordt bereikt waarop het management zich realiseert dat het voor de organisatie een belangrijke tool aan het worden is. Data die in de applicatie wordt opgeslagen is essentieel voor het bedrijf en moet worden beveiligd. Daarvoor wordt de zogenaamde under-the-desk-server overhandigd aan de IT-afdeling,die daar goed wordt onderhouden door de IT-medewerkers. Maar wat betekent dat eigenlijk? Je hebt natuurlijk een geweldig functionerend IT-team dat:
• de applicaties regelmatig upgradet naar een stabiele versie.
• patches van Atlassian voor beveiligingsproblemen snel installeert.
• indien nodig het OS herstelt.
• de servers controleert.
• back-ups maakt.
• enzovoort.
Als steeds meer mensen binnen je organisatie de applicaties gaan gebruiken, wordt er ook steeds meer inhoud aan toegevoegd. De inhoud loopt uiteen van Office-documenten en afbeeldingen tot git repositories enzovoort. Na verloop van tijd lopen al deze bits en bytes op en moet je de lokale schijven van je server uitbreiden, totdat je het punt bereikt waarop het een goed idee is om je af te vragen of de keuzes uit het verleden nu nog wel de juiste zijn. Mogelijk overweeg je zelfs over te stappen op een high-availability oplossing in de vorm van een Atlassian Data Center. Om je voor te breiden op deze overgang kun je de data op een NFS-bestandsserver opslaan.
DUS WAT DOE JE DAN?
Nu je toch bezig bent, wil je waarschijnlijk de complete home directory van je applicaties op de NFS-server zetten en waarom ook niet? Als je naar de setup van het data center van een Atlassian-applicatie kijkt, ligt het voor de hand om te besluiten de home directory van de applicaties van je Atlassian-server naar de NFS te verplaatsen.
Maar dat moet je dus niet doen! De applicaties werken niet met een home directory die zich op de NFS bevindt. Dit heeft meerdere redenen:
- Jira moet de issues indexeren en via een NFS kost dit veel tijd. Als de index op je locale SSD wordt opgeslagen, verbetert dit de indexering enorm. Hier volgt een voorbeeld: het opnieuw indexeren van één project met 2400 issues waarbij de home directory op de NFS staat, duurde drie uur en veertien minuten. Op dezelfde instance, met slechts een deel van de home directory op de NFS, duurde het 35 minuten om het systeem (met in totaal meer dan 250.000 issues) opnieuw te indexeren.
- Hetzelfde geldt voor Confluence. Als de complete home directory op de NFS staat, worden pagina's heel langzaam geïndexeerd.
- Voor Bitbucket is er een nog belangrijkere reden om alleen een deel van de home directory op de NFS op te slaan. De belangrijkste reden is de snelheid van git-bewerkingen. We hebben vastgesteld dat git een git-packbestand begint te maken wanneer je een kloon van een repository maakt. Terwijl dit git-packbestand wordt aangemaakt, kan de downloadsnelheid wel zestig keer langzamer zijn dan nadat het bestand eenmaal is aangemaakt. Dit doet zich vooral voor wanneer je hele grote repositories (> 1 GB) kloont. Wat ons ook opviel, is dat wanneer meerdere mensen dezelfde kloon starten (dezelfde repository en dezelfde commit), ze allemaal op de verwerking van hetzelfde git-packbestand moeten wachten. Als het bestand eenmaal is aangemaakt, neemt de snelheid voor alle klonen weer toe. Ten slotte merkten we dat de git-packbewerking op de server verder ging na het starten van een kloonbewerking, maar deze op de clientsite besloot af te breken.
Je moet dus alleen bepaalde directories naar de NFS-server verplaatsen om daarop data op te kunnen slaan. Alle andere data in de home directory moet lokaal op je server worden opgeslagen, bij voorkeur op een SSD-schijf.
SPLITS JE HOME-DIRECTORY!
Zo doe je dat: ga nou niet je band verwisselen terwijl je nog aan het rijden bent. Sluit eerst de applicatie af voordat je de datamigratie start.
Voor Jira moet je de huidige data van de home folders ‘data’, ‘plugins’, ‘logos’, ‘import’ en ‘export’ naar de NFS-server kopiëren. Exporteer ze vervolgens op de NFS-server, maak mount-over directories in de Jira home directory, mount deze en klaar is Kees!
Voor Confluence doe je hetzelfde, maar nu met de mappen ‘attachments’, ‘backups’, ‘export’, ‘recovery’, ‘restore’, ‘shared-home’ en ‘thumbnails’. Let op: mogelijk staan niet al deze directories op je server. Als je bepaalde functies niet hebt gebruikt, zoals het terugzetten van een space, is die directory niet aangemaakt.
En ten slotte moet je voor Bitbucket de ‘shared’ naar de NFS-server verplaatsen.
XNadat je de home directory zo hebt opgesplitst, kun je razendsnel en met volop groeimogelijkheden verder!