Sprongen maken door krachten te bundelen
Officieel is Katja Pahnke Directeur van TMC Technology Executives en Managing Director van AMSYSTEMS, een succesvolle samenwerking tussen de TNO en het High Tech Systems Center van de TU/e, waarin Katja de TU/e vertegenwoordigt. Als ze haar rol uitlegt, bedenkt ze al gauw een andere, onofficiële functieomschrijving: ceremoniemeester bij een droomhuwelijk. Als Managing Director zoekt Katja altijd naar nieuwe manieren om de beste eigenschappen van beide organisaties te combineren - een spannend huwelijk van wetenschap en industrie. ‘Soms voel je de creativiteit en de inventieve oplossingen gewoon rondzoemen. Het is een groot voorrecht om daar deel van uit te maken.’
Pharma printing
Sinds 2017 heeft AMSYSTEMS een co-locatie op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven. Op het AMSYSTEMS Center werken meer dan zestig wetenschappers en ingenieurs om AM (Additive Manufacturing) nóg verder vooruit te helpen. Een van de doelen van AMSYSTEMS is het vinden van nieuwe ontwikkelingen en oplossingen in ‘Pharma printing’: een methode om farmaceutische producten, zoals tabletten, te maken via 3D-printers. ‘Een buitengewoon efficiënte manier om allerlei soorten ingewikkelde producten te maken, compleet afgestemd op de behoeften van de klant’, legt Katja uit. ‘Stel dat iemand een heel specifieke dosering van een bepaald medicijn nodig heeft, een unieke afstemming van verschillende substanties. Onze toepassingen maken het veel makkelijker om zulke tabletten te produceren - en om de dosering aan te passen.’
Maar AMSYSTEMS loopt ook voorop in andere toepassingen van Additive Manufacturing: bijvoorbeeld in het 3D-printen van delicate materialen, zoals keramiek, of bepaalde stukjes plastic. Een andere kracht van AMSYSTEMS is het gebruik van 3D-printers om onderdelen toe te voegen aan nog niet geheel voltooide industriële producten. ‘Ons veld heeft zó ontzettend veel interessante mogelijkheden’, zegt Katja. ‘3D-printen wordt met de week geavanceerder - stap voor stap zou niet eens de juiste omschrijving zijn, het is eerder een sprong voor sprong-achtige groei. En we zijn altijd alert op de volgende sprong, de behoeftes en ideeën van de volgende generatie.’
Geboren koppelaar
Al een tijdje terug besefte Katja dat de technologische sector klaar was voor een nieuwe manier van denken - dat de sector zelfs een nieuwe manier van denken nodig had om nóg verder te groeien. ‘Voordat ik bij TMC kwam, heb ik zeven jaar bij TNO gewerkt, in verschillende rollen. Dus ik ken en begrijp de cultuur van de organisatie. Sowieso voel ik me ook erg thuis in toegepast onderzoek - het soort onderzoek waar TNO altijd in heeft uitgeblonken, waarin die onvoorstelbare kennis wordt ingezet om vragen vanuit de industrie te beantwoorden, of een nieuwe behoefte vanuit de markt.’
Als geboren koppelaar zag Katja ook het enorme groeipotentieel van de combinatie van toegepast onderzoek met een traditionelere wetenschappelijke benadering: ‘Het soort onderzoek dat plaatsvindt op universiteiten. Fundamenteel onderzoek, meer gericht op kennis om de kennis, zogezegd. Een van de constante uitdagingen van een samenwerking zoals die van ons, een huwelijk van toegepast en fundamenteel onderzoek, is: hoe kunnen we deze twee culturen, deze manieren van denken, het beste combineren? Hoe kunnen we onze krachten bundelen om bredere, sterkere proposities aan te bieden?’
Bijvoorbeeld door te focussen op de schitterende kansen die de samenwerking biedt: de mogelijkheid om te profiteren van elkaars kennis, onderzoekslocaties, materialen, en eerdere resultaten. ‘Daarnaast is het heel belangrijk om flexibel te zijn. Je moet elkaar het licht in de ogen gunnen. Geloof me: er zijn zat potentieel succesvolle droomhuwelijken die stuklopen op gezeur over contracten en voorwaarden.’ In de samenwerking vertegenwoordigt Katja de Technische Universiteit Eindhoven. Gelukkig deelt haar tegenhanger van TNO Katja’s flexibele, pragmatische, enthousiaste ideeën volledig - net als haar ambities: hét Europese innovatiecentrum worden voor het ontwikkelen van systeemconcepten en geavanceerde materialen voor de industrie. ‘Daar heb ik het volste vertrouwen in’, zegt Katja. ‘We zijn al een heel eind. Maar om te zien hoe al die ambitieuze ingenieurs en wetenschappers elkaar elke dag opnieuw weer inspireren, hoe ze plezier hebben met elkaar - dat is op zichzelf al een geweldige beloning.’